Het aangaan van een huwelijk of het aangaan of wijzigen van huwelijkse voorwaarden leidt niet tot heffing van schenkbelasting. Dat staat in het besluit van 29 maart 2018 van de staatssecretaris van Financiën. Dit besluit vervangt het oude besluit uit 2010 en werkt terug tot 1 januari 2018. Op Prinsjesdag 2017 kondigde het kabinet aan van plan te zijn de Successiewet aan te passen. Maar deze wijziging is daarna ingetrokken. Dat heeft er wel voor gezorgd dat sinds de invoering op 1 januari 2018 van het nieuwe huwelijksvermogensrecht, er soms onduidelijkheid was over wanneer schenkbelasting is verschuldigd bij het aangaan of wijzigen van huwelijkse voorwaarden. De staatssecretaris geeft in het geactualiseerde besluit uitleg. Nieuwe huwelijksvermogensrecht Voor een stel dat op of na 1 januari 2018 huwt, ontstaat een ‘wettelijke’ gemeenschap van goederen. Dat houdt in dat alleen alle gezamenlijke eigendommen en schulden in de gemeenschap vallen. Alle eigendommen en schulden van een van de partners blijven van die ene partner. Tot 1 januari 2018 was dit een algehele gemeenschap van goederen, waartoe ook het voorhuwelijkse vermogen van de echtgenoten behoorde. Van deze sinds 1 januari 2018 geldende wettelijke gemeenschap (ook wel ‘beperkte gemeenschap’ genoemd) kan men via huwelijkse voorwaarden afwijken. Belastbare schenking bij huwelijkse voorwaarden? Bij trouwen zonder huwelijkse voorwaarden is er nooit sprake van een belastbare schenking. Hoe zit het dan als er wel huwelijkse voorwaarden worden opgesteld? Gehuwden die huwelijkse voorwaarden aangaan of aanpassen, zullen geen aanslag schenkbelasting krijgen als de nieuwe huwelijkse voorwaarden leiden tot:
Andere verhouding dan 50/50 Als huwelijkse voorwaarden worden aangegaan bij of na een huwelijk, waarbij de ene echtgenoot meer vermogen had dan de ander en er een andere verdeling dan een wettelijke of algehele gemeenschap ontstaat, dan kan dit wel leiden tot een belastbare schenking. Dit is alleen niet het geval wanneer het vermogen van degene die vóór de huwelijkse voorwaarden al het hoogste vermogen had:
Voorbeeld Leo en Nicole gaan trouwen onder huwelijkse voorwaarden. Ze gaan een algehele gemeenschap van goederen aan met de verdeelsleutel man-vrouw van 70-30. De man heeft bij het aangaan van het huwelijk een vermogen van € 900.000. De vrouw heeft een vermogen van € 100.000. Stel dat de huwelijksgoederengemeenschap 5 jaar later wordt ontbonden. Dan heeft de man bij gelijk gebleven vermogens recht op € 700.000 en de vrouw op € 300.000. Omdat de man € 900.000 had en bij ontbinding van de gemeenschap recht heeft op meer dan de helft van het tot de algehele gemeenschap behorende vermogen, is er voor de toepassing van de Successiewet geen sprake van een schenking. De goedkeuring geldt niet voor de situatie dat de man en vrouw een verdeling van bijvoorbeeld 30-70 hadden afgesproken, omdat het deel waar de man recht op heeft dan daalt en onder 50% komt. Ook geldt de goedkeuring niet bij een verdeelsleutel van 95-5, omdat het vermogen van de man dan zou stijgen van 90% naar 95%, terwijl hij op voorhand al de meest vermogende was. Wederkerig finaal verrekenbeding Een finaal verrekenbeding is een beding in de huwelijkse voorwaarden. Hierbij is in eerste instantie elke gemeenschap uitgesloten (koude uitsluiting), maar op het moment van scheiden en overlijden (of alleen overlijden) wordt er gedaan alsof men in gemeenschap van goederen getrouwd was. In het besluit keurt de staatssecretaris goed dat ook wanneer er een dergelijk verrekenbeding is, er geen sprake is van een belastbare schenking. Het moet wel gaan om een ‘wederkerig’ finaal verrekenbeding. Dat wil zeggen dat de finale verrekening zowel bij het overlijden van de ene als van de andere partner moet gelden. Het uitsluiten van vermogensbestanddelen of schulden Het besluit neemt nog een onduidelijkheid weg. Als een ongehuwd stel samen een woning heeft en daarna gaat trouwen en niets afspreekt bij het huwelijk, dan vallen zowel de woning als de eigenwoningschuld in de wettelijke gemeenschap. Als ze weer uit elkaar gaan, dan hebben ze allebei recht op 50% van de woning en de eigenwoningschuld. Dit geldt ook wanneer een van de partners eigen geld had ingebracht en daardoor recht zou hebben op een groter deel van de woning, dan wel een kleiner deel van de schuld. Maar wat gebeurt er als ze willen trouwen in wettelijke gemeenschap van goederen en de onderlinge verdeling van de eigenwoningschuld willen houden zoals deze was? Dat keurt de staatssecretaris goed. Ze hoeven dan geen schenkbelasting te betalen. Maar hij stelt wel een aantal voorwaarden hieraan:
Hypotheekadvies Het is vooral voor hypotheekadviseurs van belang: ze kunnen nu adviseren om een interne draagplicht van de eigenwoningschuld tussen partners af te spreken, zonder dat dit negatieve fiscale gevolgen heeft. En positief is dat hierdoor de hele rente over de eigenwoningschuld aftrekbaar blijft. bron: Nibe-SVV dd 7-5-2018
1 Comment
|
AuteurPeter van der Bent, adviseur voor een RIJK leven Archives
Januari 2023
Categorieën |