‘In 2030 heeft Kerkrade een overschot van bijna 1.500 woningen’ Alleen de provincies Zeeland en Friesland zullen in 2030 geen woningtekort kennen. Dat schrijven economen van ABN Amro in hun periodieke rapport Stand van de Bouw. De tekorten zijn het grootst in de Randstedelijke provincies. Opvallend is dat ook de provincies met krimpregio’s met tekorten te maken krijgen. Die zijn dan wel geconcentreerd rond de grote steden, zoals Maastricht, Middelburg en Groningen. Kerkrade krijgt het grootste overschot: 1.454 huizen. Ondanks de oplopende tekorten neemt de bouw van nieuwe woningen alleen maar af. ABN Amro zag het aantal afgegeven vergunningen in 2019 afnemen met 5,7 procent. De meeste vergunningen worden wel afgegeven waar de nood het hoogst is; Amsterdam, Den Haag en Utrecht bouwen het meest. Desalniettemin heeft Noord-Holland in 2030 een tekort van ruim 67.000 woningen, Zuid-Holland 37.000 en Utrecht ruim 21.000 woningen. Concentratie In de provincies met krimpregio’s worden de meeste nieuwe vergunningen afgegeven rond de grotere steden. In Friesland Heerenveen en in Drenthe is dat Assen. Brabant kent over 10 jaar een tekort van ruim 7.000 woningen. De meeste vergunningen zijn er in Breda, Eindhoven, Tilburg en Den Bosch. Buiten de Randstad en de grote steden is een opvallende concentratie van nieuwbouwprojecten te zien in de regio Apeldoorn, Ede en Barneveld. Oppassen geblazen voor starters De starters van nu zullen over een jaar of tien -oftewel op het moment dat velen door zouden willen schuiven naar een volgende woning- met de overschotten en tekorten worden geconfronteerd. De overschotten in randgemeenten zullen leiden tot prijsdaling of zelfs vraaguitval. Het is dus maar goed dat zij verplicht aflossen op hun hypotheekschuld, maar wellicht is er straks nog meer nodig. bron: amweb
0 Comments
Controle verzekeraar bij (kleine) schademelding
Na de melding van een (kleine) schade controleerde verzekeringslabel Zelf.nl op wiens naam de verzekerde auto geregistreerd stond. Dat bleek niet de verzekeringsnemer te zijn, maar haar zoon. Degene die ook de schade veroorzaakte. Schade afgewezen Op grond van de primaire dekkingsvoorwaarden werd de claim van 492 euro afgewezen. In die voorwaarden staat dat het kentekenbewijs op naam van de verzekeringsnemer of diens partner moet staan. Kifid oordeelde dat Zelf in haar recht stond bij het afwijzen van de schade. In april 2015 werd de auto verzekerd bij Zelf, op naam van de klaagster. Haar zoon reed een half jaar later tegen een geparkeerde auto aan. Na controle blijkt dat de auto niet op naam van de vrouw staat, maar op naam van haar zoon. Als Zelf de schade afwijst, verklaart de vrouw dat haar zoon de auto op zijn naam liet zetten, omdat zij zelf vanwege haar werk de auto niet kon ophalen bij het garagebedrijf. Afschriften Na gesprekken met de consument vraagt Zelf of de consument met bankafschriften kan aantonen dat zij het was die het aankoopbedrag heeft betaald en ook de wegenbelasting overmaakt. Daarop stuurt de vrouw afschriften toe aan de verzekeraar, afkomstig van een en/of-rekening op naam van haarzelf en haar zoon. Er staat op dat bijna drie weken voor de aankoop 1.260 euro contant is opgenomen en er zijn afboekingen voor belasting zichtbaar. Zelf blijft echter bij het standpunt. Alternatieve scenario’s Omdat de consument van mening is dat zij de eigenaar is van de auto, klopt ze aan bij Kifid. Volgens haar doen de alternatieve scenario’s van de verzekeraar niet ter zake. Omdat haar zoon bij de aanvraag nog geen 24 jaar was, meldde ze bij het aanvragen wel dat hij ook de auto zou besturen. Zwartwit Volgens Zelf is er echter geen ruimte voor onderhandeling. “In het aanvraagformulier wordt gevraagd of het kenteken op naam van de verzekeringnemer staat. Indien deze vraag ontkennend wordt beantwoord, wordt de aanvraag afgewezen. Hier geldt een zwart/wit beleid”, verweert de verzekeraar zich. Niet aannemelijk Volgens Zelf tonen de bankafschriften niet aan dat de moeder wel de eigenaar is van de auto. De auto heeft te koop gestaan voor 700 euro. Daarom is het volgens de verzekeraar niet aannemelijk dat het gepinde bedrag bedoeld was voor de auto. “Uit alle informatie blijkt dat de zoon niet alleen kentekenhouder was, maar ook eigenaar en gebruiker van de auto.” Primaire dekkingsvoorwaarde De Geschillencommisse stelde zich de vraag of Zelf een beroep mocht doen op de primaire dekkingsvoorwaarden. De vrouw vond van niet omdat er niet uitdrukkelijk naar was gevraagd. Kifid vond dat geen geldig argument. “Artikel 3 van de voorwaarden bevat een zogenoemde primaire dekkingsomschrijving. Dit houdt in dat Verzekeraar met die bepaling de grenzen heeft omschreven waarbinnen hij bereid is dekking te verlenen. Dat staat Verzekeraar vrij.” Het Kifid oordeelt daarom dat het naar redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar dat de verzekeraar een beroep doet op deze voorwaarde en dat daarom de schade terecht werd afgewezen. De uitspraak is bindend. PAS OP DUS In dit geval betrof het een kleine schade waar de klant niet failliet van zal gaan. Daarnaast is het feit dat onderzoek is ingesteld uitzonderlijk te noemen. Reken er echter op dat bij een grotere schade en met name bij letsel vrijwel altijd nader onderzoek zal plaatsvinden. Bij eenzelfde uitkomst als in deze case zullen de zoon en moeder zullen persoonlijk aansprakelijk worden gesteld en daarmee zwaar worden getroffen, waarbij faillissement dreigt! (NB: de getroffene kan diens schade desnoods via het Waarborgfonds verhalen) bron: amweb.nl |
AuteurPeter van der Bent, adviseur voor een RIJK leven Archives
Januari 2023
Categorieën |