Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft het Nederlands regime fiscale eenheid getorpedeerd. De staatsecretaris is druk bezig met spoedreparatiemaatregelen, die met terugwerkende kracht in werking gaan treden. Situatie Op 22 februari 2018 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) een arrest (zie onder) gewezen dat grote impact heeft op het regime van de Nederlandse fiscale eenheid. Het HvJ EU volgt in grote lijnen de conclusie van zijn advocaat-generaal (A-G) Campos Sanchéz-Bordona. De A-G concludeerde dat het Nederlandse fiscale-eenheidsregime op onderdelen niet verenigbaar is met de uit het EU-recht voortvloeiende vrijheid van vestiging. Achtergrond De Hoge Raad heeft op 8 juli 2016 in twee procedures prejudiciële vragen gesteld aan het HvJ EU over de verenigbaarheid met de vrijheid van vestiging van het Nederlandse fiscale-eenheidsregime voor de vennootschapsbelasting. De gemeenschappelijke kernvraag van beide procedures is: ‘Kunnen belastingplichtigen, ondanks dat zij op grond van de Wet Vpb 1969 geen fiscale eenheid kunnen aangaan met hun buitenlandse dochters, wel in aanmerking komen voor de voordelen van afzonderlijke elementen van het Nederlandse fiscale-eenheidsregime?’ Deze zogenoemde ‘per-elementbenadering’ vloeit voort uit het Groupe Steria-arrest van het HvJ EU, waarin is geoordeeld dat het Franse fiscale-eenheidsregime op een onderdeel niet verenigbaar is met het EU-recht. De A-G van het HvJ EU concludeerde dat de Nederlandse wetgeving op het vlak van de fiscale eenheid in strijd is met het EU-recht, met name in combinatie met de renteaftrekbeperking van artikel 10a Wet Vpb 1969. Arrest HvJ EU Artikel 10a Wet Vpb 1969 bepaalt dat rente op een lening aan een verbonden lichaam in beginsel niet aftrekbaar is, indien de lening is aangewend voor zogenoemde besmette transacties. Het fiscale-eenheidsregime heeft echter tot gevolg dat besmette transacties tussen lichamen, die samen een fiscale eenheid zijn aangegaan, niet zichtbaar zijn voor de toepassing van artikel 10a Wet Vpb 1969. Hierdoor wordt de rente op de lening in aftrek toegelaten. Het fiscale-eenheidsregime is op grond van de nationale wet beperkt tot binnenlandse verhoudingen. Om een fiscale eenheid te kunnen vormen is vereist dat de lichamen die daarvan deel willen uitmaken, feitelijk in Nederland zijn gevestigd of een vaste inrichting in Nederland hebben. In het buitenland gevestigde lichamen zonder vaste inrichting in Nederland kunnen geen deel uitmaken van een fiscale eenheid. In grensoverschrijdende situaties kan dus geen gebruik worden gemaakt van dit voordeel van het fiscale-eenheidsregime, waardoor de rente in aftrek kan worden beperkt. Op dit punt acht het HvJ EU de Nederlandse wetgeving in strijd met het EU-recht. Voor deze strijdigheid is geen voldoende rechtvaardiging. In de zaak over het niet mogen nemen van een valutaverlies op een niet-ingezeten deelneming, terwijl in de situatie van een fiscale eenheid wel een verlies zou kunnen worden genomen, oordeelt het HvJ EU dat de Nederlandse wetgeving op dit punt om verschillende redenen niet strijdig is met het EU-recht. Zo vindt het Hof deze situaties niet vergelijkbaar. Een Nederlandse vennootschap kan normaliter namelijk geen koersverliezen op haar deelneming in een ingezeten vennootschap lijden. Dit is slechts anders in de bijzondere situatie dat die deelneming is uitgedrukt in een andere munteenheid dan die waarin het resultaat van die moedervennootschap is uitgedrukt. Ook verplicht het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie een lidstaat niet zijn fiscale bevoegdheid asymmetrisch uit te oefenen. Het is niet verplicht om verliezen aftrekbaar te maken bij verrichtingen waarvan de resultaten, indien zij positief waren, hoe dan ook niet zouden worden belast. Inhoud spoedmaatregelen Naar aanleiding van de conclusie van de A-G heeft de toenmalige staatssecretaris van Financiën Eric Wiebes al enkele spoedreparatiemaatregelen aangekondigd in de vennootschaps- en dividendbelasting. Hij verwachtte namelijk dat acceptatie van de per-elementbenadering door het HvJ EU tot gevolg zou hebben dat uitholling van de Nederlandse grondslag door internationaal opererende bedrijven wordt vergemakkelijkt. Om de (geschatte) budgettaire derving van enkele honderden miljoenen euro’s per jaar te voorkomen, wordt de wetgeving zodanig aangepast dat de meest kwetsbare elementen van de fiscale eenheid niet langer zullen leiden tot een gunstiger behandeling in een binnenlandse situatie ten opzichte van een grensoverschrijdende situatie. Naar aanleiding van het arrest van het HvJ EU heeft het ministerie van Financiën op 22 februari 2018 laten weten dat de door het kabinet aangekondigde spoedreparatiemaatregelen naar verwachting in het tweede kwartaal van 2018 als wetsvoorstel aan de Tweede Kamer worden aangeboden. De spoedmaatregelen hebben tot gevolg dat het fiscale-eenheidsregime voor binnenlandse verhoudingen ‘strenger’ wordt. Diverse regelingen in de vennootschaps- en dividendbelasting moeten worden toegepast alsof er geen fiscale eenheid is. Concreet zijn de volgende bepalingen genoemd:
Inwerkingtreding met terugwerkende kracht De staatssecretaris had al aangekondigd dat na de uitspraak van het HvJ EU een wetsvoorstel zou worden aangeboden aan de Tweede Kamer, als de uitspraak daartoe aanleiding mocht geven. Dat is nu het geval. Zoals opgemerkt is het de verwachting dat het wetsvoorstel met de spoedreparatiemaatregelen in het tweede kwartaal van 2018 aan de Tweede Kamer wordt aangeboden. Bij de aankondiging van de spoedmaatregelen is bovendien vermeld dat deze met terugwerkende kracht ingaan per 25 oktober 2017, 11.00 uur. Wat vindt PKF Wallast? Het arrest van het HvJ EU biedt kansen voor nog openstaande jaren. Dit geldt in het bijzonder voor Nederlandse entiteiten die onderdeel uitmaken van een internationaal concern. Samen met uw adviseur kunt u in kaart brengen welke voordelen deze per-elementbenadering voor u zou kunnen hebben. In uw aangifte vennootschapsbelasting kunt u de positie innemen dat deze benadering toegepast zou moeten worden. Daarnaast kan het in voorkomende gevallen raadzaam zijn om bezwaar te maken tegen aanslagen waarin geen rekening wordt gehouden met de per-elementbenadering. Verder moet op korte termijn in kaart worden gebracht wat de effecten zijn van de invoering de voorgestelde reparatiewetgeving en hoe de nadelige effecten kunnen worden beperkt. Nadelige effecten kunnen in bijzonder optreden bij Nederlandse moedermaatschappijen met Nederlandse dochtermaatschappijen. bron: nieuwsbrief PKF Wallast dd 27-2-2018
0 Comments
De Rechtspraak is blij met de resultaten van het Platform Scheiden zonder schade, dat plannen heeft gemaakt om kinderen te beschermen tegen de schadelijke effecten van een problematische scheiding. Oud-politicus André Rouvoet presenteerde vandaag het resultaat van een opdracht die de ministeries van Justitie en VWS hem gaven: samen met betrokken organisaties ideeën ontwikkelen voor een nieuwe manier van omgaan met (dreigende) vechtscheidingen. Alternatieve werkwijzen die familierechters de afgelopen jaren hebben bedacht en uitgeprobeerd, zijn daarin opgenomen. ‘Dit is een bevestiging dat we op de goede weg zijn’, zegt rechter Johan Visser. Steeds meer vechtscheidingen Problematische scheidingen komen steeds vaker voor en daar zijn de kinderen de dupe van. Zij worden vaak inzet van het gevecht tussen hun vader en moeder, die niet in staat zijn goed om te gaan met de scheiding en zich zo vastbijten in hun strijd, dat ze uit het oog verliezen wat ze hun kinderen aandoen. Er is veel verborgen leed, merken rechters tijdens gesprekken die ze met kinderen voeren rondom het uit elkaar gaan van hun ouders. Kinderen kunnen volledig in de knel komen door loyaliteitsconflicten. Sommigen zien een van de ouders helemaal niet meer of krijgen zelfs te maken met geweld. Platform Rouvoet Voormalig Kamerlid Jeroen Recourt bedacht enkele jaren geleden de Divorce Challenge, die ruim 500 ideeën opleverde om de schade voor kinderen te beperken. Rouvoet ging daarmee verder en ontwikkelde een samenhangend plan, waarmee in alle fases van een spaak lopende relatie geprobeerd kan worden te voorkomen dat een vechtscheiding ontstaat. Daarin heeft het sociale netwerk van het gezin een rol, maar bijvoorbeeld ook de school en de gemeente. Die zou een scheidingsloket kunnen inrichten waar ouders hulp krijgen als ze er samen niet uitkomen. ‘80 procent van de ouders lukt het om goed uit elkaar te gaan’, zegt Visser. ‘Voor de mensen die dat niet lukt zou een soort gezinsmanager te hulp kunnen schieten, ter bescherming van de kinderen.’ De problemen die daarna nog niet zijn opgelost, kunnen aan de rechter worden voorgelegd. Hervormingsplannen familierechters overgenomen Verschillende rechtbanken en gerechtshoven hebben de afgelopen jaren nieuwe manieren uitgeprobeerd voor het behandelen van vechtscheidingen, waarvan de belangrijkste zijn verzameld in een visiedocument. Die worden nu landelijk ingevoerd. ‘We werken bijvoorbeeld zoveel mogelijk met 1 rechter per scheiding’, zegt rechter Visser. ‘Die behandelt alle zaken, of het nou om alimentatie gaat, huisvesting of de verdeling van zorgtaken. Dat werkt heel goed. De rechter kent de situatie, kan afspraken maken met de ouders en ook zien of die worden nagekomen.’ Verder wordt gewerkt aan het organiseren van goede hulpverlening waar rechters naar kunnen doorverwijzen. ‘Die is nu heel versnipperd en in elke gemeente weer anders’, zegt Visser. ‘Wij proberen in overleg met gemeenten te komen tot 1 hulpaanbod, van licht naar zwaar, waar ouders en kinderen snel terecht kunnen. Als je dan ouders voor je krijgt die elkaar alleen maar zwart maken, kan je bijvoorbeeld de ouders doorverwijzen naar een bemiddelaar en de kinderen naar een lotgenotengroep.’ Rechters schakelen ook steeds vaker gedragsdeskundigen in die de belangen van het kind behartigen in een rechtszaak. ‘Al die ontwikkelingen worden ondersteund door het rapport van Rouvoet’, zegt Visser. ‘We gaan hier dus zeker mee door.’ Nieuwe scheidingsprocedure Ook het verkennen van een nieuwe scheidingsprocedure komt aan bod, die het voor ouders makkelijker maakt om een probleem aan de rechter voor te leggen. Zij hoeven dan niet meer als strijdende partijen naar de rechtbank, met ieder een eigen advocaat (het traditionele ‘toernooimodel’ dat de ruziesfeer nog eens kan versterken), maar kunnen 1 vertegenwoordiger inzetten die namens hen beiden een kwestie aanbrengt waar ze het samen niet over eens worden. De rechter, eventueel bijgestaan door een gedragsdeskundige, probeert ouders tot een vergelijk te brengen of neemt een beslissing waar zij mee verder kunnen in afwikkeling van hun scheiding. De Rechtspraak pleit al geruime tijd voor de mogelijkheid om te experimenteren met zo’n laagdrempelige procedure. Daarvoor is een wetswijziging nodig, waar het regeerakkoord ruimte voor biedt. Proef 'Ik verwacht dat we dit jaar nog een proef kunnen houden met een alternatieve procedure', zegt Visser. 'Maar het duurt denk ik nog jaren voordat we weten hoe die er het beste uit kan zien, want er zijn veel keuzes te maken. Bijvoorbeeld: wie vertegenwoordigt de ouders in deze procedure? Advocaten vinden dat dat een advocaat moet zijn, maar in het rapport van Rouvoet wordt ook gesproken over mensen met een andere deskundigheid. Ik zie dit rapport als een schakel in een ketting die nog niet af is. Dit versterkt wat al goed werkt en geeft een visie op een toekomst, waarin gezinnen met problemen rondom de scheiding beter worden begeleid en de rechter in een minder geëscaleerde situatie wordt ingeschakeld. Dat kan voor de kinderen alleen maar beter zijn' bron: De Rechtspraak, 22 februari 2018 Voorkomen beter dan genezen
Een bewezen manier om een vechtscheiding te voorkomen, is niet ieder met een eigen advocaten op de proppen te komen. Beter kun je gezamenlijk een ScheidingsPlanner raadplegen. Kijk op onze website: http://www.spuybroekadvies.nl/scheiden.html Verzekeraars omarmen nieuwe AOV-beroepenlijst Naar aanleiding van de nieuwe gestandaardiseerde beroepenlijst hebben meerdere verzekeraars het afgelopen jaar acceptatienormen en prijsbepaling van hun arbeidsongeschiktheidsverzekeringen herzien. Deze beroepenlijst is ontwikkeld door verzekeraars, adviseurs en andere zogenaamde ketenpartners (waaronder MoneyView) en wordt onderhouden door het SIVI. Nog niet alle verzekeraars gebruiken deze gestandaardiseerde beroepenlijst vanwege systeemtechnische of organisatorische redenen. Sommige verzekeraars moeten de keuze nog maken of de lijst überhaupt als standaard gaat gelden. Positief is wel dat vrijwel alle verzekeraars de beroepenlijst hebben gecontroleerd en voor alle 1.056 beroepen de acceptatiecriteria zijn vastgesteld. Dit blijkt uit marktonderzoek van MoneyView. Voordeel nieuwe beroepenlijst: betere dekking door betere aansluiting met werkelijkheid Ondernemers worden op basis van deze nieuwe beroepenlijst nauwkeuriger geaccepteerd, onder andere door nuancering van bepaalde beroepen. Zo zijn nieuwe beroepen toegevoegd of beroepsomschrijvingen veranderd of verduidelijkt. Dit leidt ertoe dat bepaalde beroepen niet, anders of juist wel worden geaccepteerd. Dit laatste is bijvoorbeeld het geval bij een bouwkundige. Bij dit beroep wordt onderscheid gemaakt tussen een bouwkundige die zijn bureauwerk combineert met beperkt toezichthoudend werk, een bouwkundige die meewerkt op locatie en een bouwkundige die toezichthoudend werk deels combineert door mee te werken op locatie. Bij eerdere beroepenlijsten werd bij dit beroep soms alleen onderscheid gemaakt tussen wel of niet meewerkend en ontbrak de nuancering. Productvergelijking op voorwaarden en prijs MoneyView heeft de jaarlijkse MoneyView ProductRating vastgesteld van arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. Vijf sterren voor voorwaarden gaan naar: - De Amersfoortse (AOV en Flexibele AOV) - Univé (RisicoVerminderaar Vast Inkomen ongeval en ziekte). Vijf sterren voor de prijsstelling zijn toegekend aan: - Delta Lloyd (AOV voor zelfstandig ondernemers, schadevariant) - Univé (RisicoVerminderaar ongeval en ziekte). Uitleg over de totstandkoming van de MoneyView ProductRating en meer informatie over marktontwikkelingen zijn te lezen in het Special Item Arbeidsongeschiktheids-verzekeringen (zie onderaan dit artikel). Bron: Moneyview Vergelijken loont Wij schrijven geregeld beroepsgroepen aan met het verzoek om een individuele vergelijking te mogen maken. Uit de gemaakte vergelijkingen blijkt dat er vele duizenden euro's per jaar kunnen worden bespaard. En dat zonder kwaliteit in te leveren. De relaties waarvoor wij hun AOV hebben overgesloten gebruiken veel een stukje van het significante premievoordeel voor verbetering van hun dekking (denk aan het inkorten van de eigen risico-termijn of het verlengen van de looptijd). Graag maken wij ook voor u zo'n (prijs)vergelijking. Hieraan zijn voor u geen kosten verbonden! U betaalt ons pas een vooraf afgesproken vergoeding als u besluit over te willen stappen. ![]()
Via een zogeheten fonds voor gemene rekening omzeilen rijke particulieren de belasting op vermogen. Bovendien zijn zij via deze constructie niet terug te vinden in het openbare Handelsregister. Dat schrijft Trouw en de Belastingdienst bevestigt de trend.
De Belastingdienst bevestigt in de krant dat er dit jaar al honderden aanvragen voor dergelijke fondsen binnengekomen. Mede doordat fiscaal adviseurs de constructie hebben ontdekt en aanprijzen bij hun klanten. Geen vermogensbelasting Binnen een fonds voor gemene rekening brengen een aantal mensen hun geld bij elkaar stellen een beheerder aan. Het fonds is vrijgesteld van vermogensbelasting in box 3. Daarvoor in de plaats wordt volgens de krant – afhankelijk van mogelijke vrijstellingen – 25 of 40% belasting betaald. “Dat kan veel geld schelen: vermogensbelasting wordt geheven over een fictief rendement, terwijl bij een fonds alleen over de werkelijke inkomsten belasting is verschuldigd. Nu de rente erg laag staat, scheelt dat al snel veel geld.” bron: InFinance, 10 augustus 2017 Geen belasting op erfenis Maar er is meer. Steeds meer vermogenden ergeren zich aan de te betalen belasting over hun nalatenschap. Daarnaast komt de belastingaanslag voor rekening van de langstlevende partner als deze het vermogen onder zich mag houden (bijvoorbeeld door een langstlevenden-testament). Die aanslag neemt een (te) forse hap uit het liquide vermogen van een weduwe/-naar. Oplossingen hiervoor kunnen zijn: - keuzetestament, waarbij de te kiezen verdeling van de erfenis mag worden bepaald na het overlijden van de erflater - jaarlijkse schenkingen, waarbij het geld daadwerkelijk wordt overgemaakt aan de toekomstige erfgenamen (liquiditeitsnadeel) of waarbij het geschonken bedrag direct wordt teruggeleend (papieren schenking) - levenslange schenkingsconstructie, waarbij alle toekomstige schenkingen tezamen fiscaal ineens als geschonken worden beschouwd, maar waarbij het grootste deel tot papieren schenking wordt omgevormd. Het voordeel is dat hiermee (zeer) grote vermogens ineens kunnen worden overgedragen naar de volgende generatie, zonder zelf in liquiditeitsproblemen te komen. LET OP: constructies zijn niet gratis Deze escape-mogelijkheden klinken aantrekkelijk en betrekkelijk simpel. Maar het opzetten en onderhouden van alle aangestipte mogelijkheden luistert zeer nauw en dienen door een specialist te worden begeleid. Daarmee heeft u tegelijk een voorbehoud: uw vermogen dient groot genoeg te zijn om er de moeite en kosten constructies op los te laten. Vermogen: gedegen advies vereist Het beheren en overdragen van vermogen is ons inziens altijd onderdeel van een gedegen financieel plan, dat u samen met uw adviseur(s) samenstelt. Het doel van zo'n financeel plan is het maximale uit uw leven te halen en dat van uw dierbaren. Uw inkomen en vermogen zijn daarbij bronnen waarmee al dat moois kan worden gefinancierd. Ondersteuning met passie, vakmanschap en kunde Juist in het gezamenlijk met u samenstellen van zo'n plan ligt onze passie. De analyse van risico's en de implementatie bescherming is ons ambacht. Onze kunde is het aankoppelen van de juiste specialisten uit ons brede netwerk, die u de meest gunstige constructie kunnen aanmeten. Neem contact met ons op voor een verkennend gesprek. |
AuteurPeter van der Bent, adviseur voor een RIJK leven Archives
Januari 2023
Categorieën |