Nieuwjaarsnacht 2019: rond kwart over één is brand ontstaan op de zolderetage van een portiekflat aan de Insulindesingel in Vlaardingen Oorzaak: vuurwerk Gevolg: 27 woningen ontruimd, waarvan 15 tijdelijk onbewoonbaar verklaard Dat de woningen onbewoonbaar waren, kwam niet alleen door het vuur, rook en roet. Ook het bluswater richtte de nodige schade aan. Drie van de betrokken huurders hebben hun inboedel verzekerd via Woningstichting Waterweg Wonen bij ons. ravage duidelijk zichtbaar op Nieuwjaarsdag Total loss Gelukkig viel de schade bij twee huurders mee: een (door de brandweer) geforceerde voordeur, een rooklucht en roet op de parasol op het balkon. De derde huurder had minder geluk: de hele inboedel was drijfnat van het bluswater en is total loss. Deze mevrouw zal alles nieuw moeten kopen: meubels, kleding, inrichting, boeken, tv, computer, alles. Gelukkig dat de verzekering de schade dekt. Wij hebben de verzekeraar ingelicht en een schade-expert ingeschakeld. Deze was snel ter plaatse. Opvang De bewoners zijn in eerste instantie opgevangen in de Rehoboth kerk aan de Bilitonlaan. Een aantal van hen zijn ondergebracht in een hotel in afwachting van vervangende woonruimte gedurende het herstel van hun woning; anderen verblijven zolang bij vrienden of familie. Dergelijke tijdelijke opvang is meeverzekerd op de Inboedelverzekering voor Huurders van Waterweg Wonen. +++ 5 huurders zonder inboedelverzekering extra probleem voor huurders en woningstichting +++ Onnodig onverzekerd Daags na de brand bleek dat vijf huurders verzuimd hadden een inboedelverzekering af te sluiten. Hierdoor wordt de schade aan hun inboedel niet vergoed, maar ook de tijdelijke opvang niet. Al met al een dramatische situatie! Oplossing beschikbaar De betrokken huurders hebben aan den lijve ondervonden dat een inboedelverzekering een must is. Al jaren helpen wij een aantal woningstichtingen in het bijzonder en huurders in het algemeen met onze betaalbare oplossing: onze Collectieve Inboedelverzekering voor Huurders. Wilt u meer informatie? neem dan contact met ons op. aanvang opruimings- en herstelwerkzaamheden na grote brand Insulindesingel
0 Comments
Portret van wijlen Oscar Wagner voor Stichting ALS Nederland zoals getoond door KRO NCRV Jinek Wilsverklaring
In een wilsverklaring kunnen mensen aangeven welke behandeling zij niet meer of juist wel willen. Dit gebeurt voor het geval de situatie zich voordoet dat iemand dit zelf niet meer kan zeggen. Zo kan iemand met een behandelverbod vastleggen in welke situatie hij niet gereanimeerd wil worden. Artsen moeten dit behandelverbod respecteren, want er is voor elke behandeling toestemming nodig. Voorkom misverstand, ga in gesprek Een wilsverklaring kan duidelijkheid scheppen over de wensen en verwachtingen van de patiënt, zodat de arts hier zoveel mogelijk rekening mee kan houden. Ook kan de arts concreet aangeven wat er eventueel niet mogelijk is. Tegelijkertijd kan de wilsverklaring ook leiden tot vragen of misverstanden. Is de schriftelijke wilsverklaring echt van de patiënt zelf? Was de patiënt wilsbekwaam bij het opstellen? Of bij een algemene formulering: is dit werkelijk wat de patiënt bedoelde? Daarom adviseert de KNMG artsen en patiënten om tijdig te spreken over de wilsverklaring. Euthanasieverzoek Opstellers van een schriftelijk euthanasieverzoek denken nogal eens dat zij recht hebben op euthanasie. Dat is echter niet het geval. De wet staat toe dat een schriftelijk verzoek het mondelinge verzoek vervangt als de patiënt niet meer in staat is zich te uiten. Maar dat wil nog niet zeggen dat aan alle zorgvuldigheidseisen voor euthanasie is voldaan. Verder zal de arts in veel gevallen als hij geruime tijd niet met de patiënt over het verzoek heeft gesproken geen euthanasie uitvoeren als de patiënt zelf niet meer met woorden, gebaren of klanken kan communiceren. De arts is nooit verplicht om tot euthanasie over te gaan. Voorkom onterechte verwachtingen, adviseert de KNMG, en stop dergelijke verklaringen niet zonder meer in het dossier, maar gebruik het als aanleiding voor een gesprek over wensen en verwachtingen rond het levenseinde. Ingrijpende gebeurtenis De KNMG heeft een toelichting gegeven op de procedure die artsen en apothekers in Nederland volgen om patiënten een veilige en effectieve euthanasieprocedure te garanderen. Dit in reactie op berichtgeving van EenVandaag van 20 december. Ook artsen en apothekers vinden het heel belangrijk dat iedereen weet hoe te handelen als een patiënt verzoekt om euthanasie of hulp bij zelfdoding. Dit is in de eerste plaats voor de patiënt en diens naasten een ingrijpende gebeurtenis. Maar de handeling is ook ingrijpend voor arts en apotheker. Zij worden niet dagelijks geconfronteerd met de uitvoering van euthanasie of het verlenen van hulp bij zelfdoding. De richtlijn ‘Uitvoering euthanasie en hulp bij zelfdoding’ van artsenfederatie KNMG en apothekersorganisatie KNMP beschrijft de professionele standaard voor alle artsen en apothekers in Nederland. Deze is gebaseerd op de wetenschappelijke en professionele inzichten vanuit diverse medische beroepsgroepen. Rechtszekerheid De richtlijn geeft daarnaast de regionale toetsingscommissies euthanasie een helder toetsingskader. En dat geeft artsen rechtszekerheid over de vraag waar hun handelen achteraf aan getoetst wordt. Tot nog toe heeft de KNMG geen signalen ontvangen dat de procedure in de richtlijn voor artsen te ingewikkeld is of te foutgevoelig is. De richtlijnencommissie zal de door EenVandaag genoemde zaak uiteraard bestuderen tijdens de revisie. Hoe werkt het? In Nederland hebben we een procedure die bestaat uit verschillende stappen, omdat dit de enige manier is om met zekerheid te kunnen garanderen dat de patiënt conform zijn wens overlijdt. De hele richtlijn is erop gericht om iemand op een rustige manier te laten wegglijden naar de dood. Mensen hoeven niet bang te zijn dat hun naaste pijn lijdt. Er kan soms een korte pijnsensatie optreden bij het inspuiten van de thiopental, dat valt ondanks een verdovend middel niet geheel uit te sluiten (dit staat ook in de richtlijn). De vier stappen 1: verdoving Eerst dient de arts de patiënt een verdovend middel, lidocaïne, toe om eventuele pijn bij het inspuiten van het slaapmiddel zoveel mogelijk te voorkomen. 2: diep coma Vervolgens brengt de arts de patiënt in een diep coma. Daartoe krijgt de patiënt een slaapmiddel (coma-inductor) toegediend via een infuusnaaldje. Dit slaapmiddel is thiopental of propofol. De patiënt krijgt bewust een grote overdosis, om er zeker van te zijn dat de patiënt niets meer ervaart. 3: finale controle Daarna controleert de arts nauwkeurig of de patiënt echt in een diep coma is geraakt, zodat deze zéker niets meer ervaart. Dat doet de arts door de patiënt aan te spreken, de pols en ademhaling te controleren en de zogenaamde wimperreflex uit te voeren. 4: spierverslapper Het slaapmiddel kan voldoende zijn om de dood te laten intreden, maar dat is niet met zekerheid te garanderen. Daarom dient de arts na de controle van het coma een spierverslapper (spierrelaxans) toe. Deze zorgt ervoor dat de ademhaling stopt, waardoor even later ook het hart stopt met kloppen en de dood intreedt. Conclusie Regelmatig overleg met uw (huis)arts is DE basis voor het geval dat. In dit overleg dient u te blijven benadrukken wat uw standpunt is inzake kwaliteit van leven, gewenst levenseinde en vertegenwoordiging. Uiteraard geldt hetzelfde voor uw naaste omgeving. bron: website KNMG Nog een potentiële investering: een vakantiehuisje. Vakantiehuisjes zijn er in alle soorten en maten: in Nederland/het buitenland, klein/groot, sober/luxe, in de bossen/aan het strand, .... Vakantiehuisje kopen? Leuk! Volgens econoom en zelfstandig adviseur in de recreatiesector Han Verheijden kopen veel mensen een vakantiehuisje als belegging en verhuurt een groot deel daarvan het huisje. Voor een succesvolle verhuur moet dan aan een aantal voorwaarden worden voldaan, zoals een ligging in een toeristische regio als het strand, Amsterdam, het Limburgse Heuvelland en de Hoge Veluwe. Verder speelt mee of de accommodatie (zoals zovele) verouderd is en of de woningen op het park beheerd worden door een Vereniging van Eigenaren. Vakantiehuisje bezitten? Leuk?? Verenigingen van Eigenaren zijn geen professionele exploitanten. Veel vakantiehuis-eigenaren op de parken doen wat ze zelf willen en dat gemengde gebruik is ongunstig voor de beleving en de verhuur.' Vakantiehuisje verkopen? Succes! Een kwart van de vakantiewoningen in Nederland staat langer dan 3 jaar te koop, blijkt uit cijfers van makelaarsorganisatie Dynamis. Toch is de verkoop de laatste jaren gunstig, zegt : 'Verkoop hangt van een aantal factoren af.' En dat zijn eigenlijk dezelfde factoren die gelden voor een succelvolle verhuur. Let op: Het aantal buitenlandse toeristen neemt toe, het aantal mensen dat in eigen land op vakantie gaat stagneert (bron: BNR Financieel) Conclusie: Ook een vakantiehuisje voor de verhuur kan prima bij je passen, maar ... Bezint eer Gij begint. Beleg vanuit je eigen plan met weloverwogen doelen (waarom), beheerplan (hoe) en risico-afwegingen (was als ...) en als van ouds .... lokatie, lokatie, lokatie... De huizenprijzen gaan door het dak, de huren gaan mee. Dit lijkt het moment om te investeren in een appartement in een van de grote steden. Maar is het wel zo aantrekkelijk om huurbaas te zijn? ‘Ze had niet alleen de VVE in haar nek, maar ook een huurder met huurbescherming.’ Voor haar studerende dochter kocht Maarit van Zalk (52) begin dit jaar een tweekamerappartement in de Rivierenbuurt in Amsterdam, met een flink balkon en de mogelijkheid een dakterras aan te leggen. Prijs: €327.000. ‘Een kamer in Amsterdam is zo lastig te vinden en zo duur, dat ik het geen moeilijke beslissing vond.’ Een medehuurder was gauw gevonden via Kamernet. Doordat Van Zalk en haar man behoorlijk wat overwaarde op hun eigen huis hebben, konden ze een tweede hypotheek nemen en daarnaast legden ze zelf nog een bedrag in. Al met al woont hun dochter nu vrijwel kosteloos. Wil zij ooit weg, dan kunnen ze het appartement vast met winst verkopen. ‘Het is zo’n leuke buurt, volgens mij is dit een goede investering.’ Een huis kopen om te verhuren, aan kinderen of aan wildvreemden, het gebeurt de laatste jaren heel veel. Van alle woningen die nu verkocht worden in de grote steden gaat minimaal een op de vijf naar een particuliere belegger, aldus cijfers van makelaarsvereniging NVM. Verbazend is dat niet: terwijl de huizenprijzen exploderen, kun je lenen tegen een historisch lage hypotheekrente. Een extra huis of appartement lijkt o zo aanlokkelijk. Hier volgen vijf vragen en antwoorden over deze manier van beleggen. vraag 1: Maar zijn de huizenprijzen niet al te hard gestegen? In de grote steden hebben we de grootste sprongen nu wel achter de rug, denken experts. Rabobank verwacht voor heel Nederland volgend jaar nog een gemiddelde plus van zo’n 5 à 7 procent, waarbij vooral de prijzen in randgemeenten van populaire steden, zoals Schiedam, Rijswijk en Zaandam, nog behoorlijk kunnen stijgen. In de grote steden en zeker in Amsterdam kan het binnen nu en een paar jaar weleens omslaan, denktwoningmarkteconoom Christian Lennartz. ‘De koopprijzen zijn daar losgeslagen van de lokale inkomensontwikkeling, de groep die tegen zijn maximale leenbedrag aan loopt groeit fors. Als het zo doorgaat, is een prijsdaling goed mogelijk.’ Als investeerder kun je dus beter in de periferie rondkijken? Niet per se, vindt Lennartz. Beleggen in vastgoed doe je voor de lange termijn, minimaal tien of vijftien jaar, en een tussentijdse tijdelijke prijsdaling doet geen pijn. vraag 2: Wat levert zo’n belegging op? Of je op lange termijn verkoopwinst maakt, valt moeilijk te voorspellen. Maar over de maandelijkse huurinkomsten is wel iets te zeggen. Ook met de huurprijzen is het de laatste jaren hard gegaan, maar cijfers van de NVM laten nu wel een afvlakking zien. In de grote steden betalen huurders gemiddeld bijna de helft van hun inkomen aan huur, meer gaat echt niet, zegt Lennartz. Blijven de huren stabiel terwijl de verkoopprijzen wél doorstijgen, dan komt er een moment dat de verhuur van een nieuw aangekochte woning niet meer loont. Een voorbeeld. Op de Prinsengracht in Amsterdam staat een appartement van 56 vierkante meter te koop voor €499.000. Gezien de gemiddelde kale huurprijs per vierkante meter in Amsterdam zou een maandhuur van €1041 fair zijn, dat is €12.492 per jaar. Stel dat je het hele aankoopbedrag weet te financieren tegen een tienjaarsrente van 2%, dan zijn je jaarlijkse rentelasten €9980 per jaar. Dan houd je van de huurinkomsten nog ongeveer €2500 over, maar daarvan moet je nog wel onderhoudsklussen en gemeentebelastingen betalen. Veel winst zal er niet overblijven. Dus: of de huurprijs verder opvoeren of voor een woning op een iets bescheidener locatie kiezen. Overigens verwacht Lennartz geen dalende huren in de steden: door blijvende schaarste blijven die naar verwachting op peil. vraag 3: Hoe regel je het financieel? De ideale optie is om het verhuurpand te bekostigen met een tweede hypotheek op je eigen woonhuis. Dat kan alleen als de eerste hypotheek (grotendeels) is afgelost. Voordeel van zo’n tweede hypotheek is dat je profiteert van de huidige lage hypotheekrente. Wel vervalt de hypotheekrenteaftrek als de lening niet is bestemd voor een huis dat je zelf bewoont. Lukt zo’n tweede hypotheek niet, dan kun je een speciale investeringshypotheek afsluiten. Dat is een ander soort lening, waarvoor je bijvoorbeeld terecht kunt bij Woonfonds, NIBC of Nationale-Nederlanden. De voorwaarden wijken af van die van een gewone hypotheek: je moet doorgaans 30% van de aankoopprijs aan eigen geld meenemen en de rente is een stuk hoger, zo’n 3,75%. +++De voorwaarden voor een tweede huis zijn anders dan bij een gewone hypotheek: je moet zo 30% van de aankoopprijs aan eigen geld+++ Dat komt doordat de bank met een verhuurd pand meer risico loopt, legt hypotheekexpert Jeroen Wolfsen van MoneyWise uit. ‘Stel dat de bank gedwongen is het huis te verkopen, dan levert dat met een huurder erin gemiddeld ook zo’n 30% minder op.’ Voor dat appartement aan de Prinsengracht ziet het beeld er met zo’n investeringshypotheek zo uit: je leent bijna €350.000 tegen 3,75%, dat is ruim €13.000 rente per jaar. Dat bedrag kun je misschien net betalen van de huurinkomsten, maar dan komen er nog allerlei kosten bij én heb je helemaal geen rendement op die anderhalve ton die je er zelf in hebt gestoken. vraag 4: Is het een idee je oude appartement aan te houden? Verhuis je van je stadsappartement naar een doorzonwoning in een aangrenzende gemeente, dan is het verleidelijk het oude huis (nog even) aan te houden en maandelijks een flinke huur op te strijken. Pak je het officieel aan, dan ben je aangewezen op een dure investeringshypotheek. Hiervoor kiest in de praktijk vrijwel niemand, weet Jeroen Wolfsen. ‘Men waagt het erop en verhuurt het huis zonder de bank in te lichten. Dat lukt vaak, omdat de nieuwe hypotheekverstrekker niet altijd vraagt naar een bestaande woning.’ Aanraden zou Wolfsen het zeker niet. ‘Het mag gewoon niet. Als de bank erachter komt dat het niet klopt, kan die de hypotheeklening per direct opeisen. Dan ben je echt de sjaak.’ vraag 5: ’Wat zijn de valkuilen? Lekkende daken, huurders die er een zootje van maken of plotseling opzeggen; op zulk gedoe moet je bedacht zijn. Neem die verhuurder die bij huurrechtadvocaat Vincent Besters aanklopte toen bleek dat zijn huurder permanent toeristen onderbracht in zijn woning. ‘Daarvoor krijg je in Amsterdam zo een boete van €20.000 per overtreding, ook als eigenaar.’ Wees ook op je hoede bij de aankoop, waarschuwt Besters. Check in het geval van een VVE de reserves, maar ook de reglementen. Een cliënt van Besters met een appartement in de verhuur wist niet dat de VVE daarvoor toestemming had moeten geven, totdat ze een brief kreeg dat de huurder er onmiddellijk uit moest op straffe van een boete, die dagelijks hoger werd. ‘Ze zat tussen twee vuren, want ze had niet alleen de VVE in haar nek, maar ook een huurder met huurbescherming.’ Ze heeft de huurder, die er net woonde, vele duizenden euro’s moeten betalen om te vertrekken. Nog een tip: bereken op de site van de Huurcommissie of jouw appartement wel in de vrije sector valt. Blijkt het achteraf niet aan de voorwaarden te voldoen, dan kan de huurder een (veel) lagere huur eisen. Kijk ook uit voor een slordig huurcontract, dat onbedoeld toch voor onbepaalde tijd geldt. In dat geval is het vrijwel ondoenlijk de huurder er nog uit te krijgen. Daar gaat de verkoopwinst over tien of vijftien jaar. bron: FD-Persoonlijk Goede voornemens Het nieuwe jaar is natuurlijk het moment om te starten met je goede voornemens, maar hoe zorg je er nou voor dat je ze dit jaar echt volhoud? Misschien ben je nu nog aan het genieten van een oliebolletje van gisteravond of sta je alweer te proosten op een nieuwjaarsborrel, vanaf morgen gaat het echte leven weer beginnen en dan is het tijd om al die goede voornemens waar te maken. Goede voornemens in alle soorten en maten U kent ze hoogstwaarschijnlijk wel: afvallen, sporten, meer tijd vrijmaken voor, etc. Maar denk je ook aan: potje voor je oude dag, inkomen van je nabestaanden, inkomen als je onverhoopt niet kunt werken, uitkoopsom voor je mede-ondernemer, potje om eerder te kunnen stoppen met werken, potje voor die reis/dat feest, potje voor een nieuwe auto, ... Verandering geeft stress Goede voornemens betekenen over het algemeen iets juist wel of juist niet gaan doen, kortom verandering van gedrag. Onderzoek toont aan dat elke verandering een zekere mate van stress veroorzaakt. Al langer weten we dat stress goed is zolang hetgeen we moeten bereiken wel haalbaar is. Maar we weten ook dat veel mensen afhaken bij stress-gevoelens. Leg de lat niet te hoog Je bent misschien geneigd om op 1 of 2 januari drastisch je levensstijl om te gooien: gezonder eten, stoppen met roken en alcohol en drie keer per week sporten. En het liefst willen we dat dit allemaal binnen een week lukt. Begin rustig aan met kleine doelen. „Stel je bedenkt om meer te gaan sporten: verwacht dan niet dat het lukt om ineens drie keer per week te gaan sporten, als je maanden niet meer in de sportschool bent geweest. Begin met 1 keer per week en als je dat lukt, kun je weer een nieuw doel stellen," vertelt Jet van Nieuwkerk (food&health journalist en schrijver van Het Boek van Jet) aan Metro. Stel prioriteiten Volgens lifestylecoach Sanne Bernhart is het belangrijk dat je prioriteiten stelt. Goede voornemens mislukken vaak omdat mensen niet consequent zijn. „Maak afspraken en het klinkt heel logisch maar schrijf ze op in je agenda, hierdoor zul je ze minder snel verschuiven. Je nieuwe voornemens moeten onderdeel worden van je dagelijks leven." Maak dus extra tijd vrij om boodschappen te doen, te sporten of je administratie bij te houden. En blijf jezelf afvragen waarom je bent gestart. Deel je goede voornemens en doe het samen Het lijkt misschien veilig om je goede voornemens met niemand te delen, want zo heeft ook niemand het door als je faalt. Toch is het juist belangrijk dat je de mensen in je omgeving op de hoogte stelt van je goede voornemens. Jet benadrukt dat je het beste samen met iemand aan je doelen kunt werken. In onze drukke levens willen we sociale activiteiten vaak niet afzeggen, dus combineer daarom een afspraak met vrienden met je goede voornemens. „Ga lekker samen bakken, samen boodschappen doen, zo blijft het leuk en ben je minder snel geneigd om af te haken." Vraag om hulp „Ik zie heel vaak dat mensen geen hulp durven te vragen. Vervolgens blijkt het toch best moeilijk om alleen hun doelen te realiseren, waardoor ze teleurgesteld raken. Je krijgt teleurstelling op teleurstelling en hierdoor raak je gedemotiveerd," zegt Sanne tegen Metro. Schaam je niet om hulp te vragen. „Je bent geen barbapapa, het is niet erg om hulp te vragen, juist door die hulp groei je," zegt Tom. Maak tijd voor ontspanning We zijn tegenwoordig allemaal maar druk en vergeten hoe belangrijk het is om af en toe eens tijd voor onszelf te nemen. Zorg dat je eens per week een avond voor jezelf hebt. Zonder ontspanning heb je geen focus en dan lukt het je ook niet om je doelen te behalen. „Zeker als je wilt afvallen is het ook belangrijk om voldoende te ontspannen, als je langdurig last hebt van stress gaat je lichaam in een 'freeze/fight' modus en zul je ook niet afvallen," zegt Sanne. Accepteer dat je (deels) gaat falen Volgens Tom en Jelmer moet je accepteren dat je sowieso gaat terugvallen. De beste manier om met een terugval om te gaan is te accepteren dat je terug gaat vallen. Terugvallen is geen falen zo lang je weer opstaat en het ziet als een leermoment. Zorg voor een crisisplan. CONCLUSIE: Goede voornemens realiseer je door een Plan te maken, dit vast te leggen en achteraf te toetsen De conclusie luidt dus als volgt. Maak een stappenplan dat er grofweg zo uitziet: 1. zeef uw goede voornemens uit jouw verzameling aan doelen en wensen op basis van noodzaak en wenselijkheid (=prioriteit) en haalbaarheid (tijd en geld). 2. wees reëel; laat dus geen dingen weg (struisvogel), overschat in komsten niet (verkoop eigen onderneming/woning/opbrengst erfenis/...) 3. maak een lijst -gerangschikt op prioriteit- met realisatie-tijdstippen en kosten 4. teken een tijdlijn en plaats de items van de lijst erop 5. maak een 2e lijn met je verwachte inkomsten 6. bedenk hoe je de tekorten op kunt lossen 7. leg de oplossingen vast in je plan 8. knip je plan op in doelen per (half) jaar 9. toets een (half) jaar later in hoeverre je je doelen hebt bereikt 10. stel je plan bij en doorloop opnieuw de stappen 1 t/m 10 Wij wensen je een gezond, gelukkig en succesvol 2019. Kun je wel wat hulp gebruiken bij het samenstellen van je financiële plan of het uitvoeren ervan, neem contact met ons op of bel je eigen adviseur. met dank aan: www.metronieuws.nl en Loesje.nl |
AuteurPeter van der Bent, adviseur voor een RIJK leven Archives
Januari 2023
Categorieën |