Een echtpaar verbouwt in 2007 hun eigen woning en brengt de financieringsrente in aftrek. De inspecteur vraagt pas in 2013 om deze aftrekpost te staven met schriftelijke bescheiden. Volgens het hof is de inspecteur te laat met deze vraag en heeft hij zijn recht verwerkt. Hof Den Bosch 8 juni 2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:2463 casus Een echtpaar laat hun eigen woning in 2007 verbouwen. Zij sluiten daarvoor een verbouwingsfinanciering. Bij de aangifte inkomstenbelasting brengen zij de rente op de verbouwingslening in aftrek. De inspecteur volgt de aangifte en legt dienovereenkomstig een aanslag op. Pas in 2013 (zes jaar nadat de verbouwingsfinanciering tot stand kwam) vraagt de inspecteur voor de belastingjaren 2010 en verder om schriftelijke bescheiden. Die kan het echtpaar niet aanleveren omdat de doos met administratie bij het opruimen van de zolder is meegegeven met het oud papier. De inspecteur legt navorderingsaanslagen op over de jaren 2010, 2011 en 2012. De rechtbank heeft geoordeeld dat het echtpaar niet aan de eis van staving met schriftelijke bescheiden heeft voldaan en stelt de inspecteur in het gelijk. Het hof echter constateert dat de navorderingstermijn over het belastingjaar 2007 in 2013 is verstreken. Omdat de inspecteur pas na 6 jaar vraagt om schriftelijke bescheiden heeft de inspecteur zijn recht deze op te vragen verwerkt. Het hof stelt het echtpaar in het gelijk mede omdat de inspecteur de aangiften over de jaren 2013, 2014 en 2015 heeft gevolgd. Belang voor de praktijk Op grond van artikel 3.123 Wet IB 2001 is rente op een lening die betrekking heeft op kosten van verbetering of onderhoud van de woning slechts aftrekbaar voor zover deze kosten met schriftelijke bescheiden zijn te staven. Het echtpaar heeft de nota’s weggegooid maar komt wel met een Excel-overzicht met kostenposten, een makelaarsbrochure waarin gerefereerd wordt naar een recente verbouwing en met foto’s van de verbouwing op de proppen. Dat blijkt niet voldoende. Wat wordt in dit kader verstaan onder ‘schriftelijke bescheiden’? Volgens de rechtbank moet hierbij gedacht worden aan (kopieën van) facturen met betrekking tot de verbetering of onderhoud van de woning én/of bankbescheiden waaruit voldoende duidelijk kan worden opgemaakt dat kosten voor verbetering of onderhoud zijn gemaakt. Uitzondering !!! Deze uitspraak maakt een uitzondering op de hoofdregel. De hoofdregel is en blijft: bewaar de facturen, want bij betwisting van de renteaftrek vormt dit je bewijs. Geen bewijs, geen renteaftrek. Dat het in dit specifieke geval anders uitpakte, heeft (1) te maken met de veel te late uitvraag door de belastinginspecteur en (2) met het gegeven dat hij altijd de gedane aangiften heeft gevolgd bij het opleggen van de aanslagen inkomstenbelasting. bron: nieuwsbrief Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden, nr 181- okt 2018
0 Comments
Leave a Reply. |
AuteurPeter van der Bent, adviseur voor een RIJK leven Archives
Januari 2023
Categorieën |