Nederland telde in 2018 in totaal 1,9 miljoen ondernemingen, inclusief 1,1 miljoen zzp-ers. De verwachting is dat er nog ruim 1 miljoen zzp-ers bij zullen komen in de komende jaren (met dank aan webcast Reaal Arbeidsongeschiktheidverzekeringen) Groeifase van een onderneming Zoals elke levensvorm heeft ook een onderneming een levenscyclus: opstart, groei, stabiliteit. Of en hoe de ondernemer wil groeien. hangt af van diens ambitie. Groei kent trouwens meerdere vormen. Denk daarbij aan omzetgroei, verbreding van het productaanbod, klanttevredenheid en kwaliteit. De overgang van de ene naar de andere cyclus levert veranderingen op voor zowel de onderneming als de ondernemer. Maar ook in de stabiele fase zullen zich uitdagingen voordoen door onder andere de levenscyclus van de geleverde producten/diensten. Zo kent iedereen het voorbeeld van Kodak: van een stabiele toppositie in markt van fotopapier en filmrolletjes, naar een faillissement; Kodak heeft de bedreiging van de digitalisering volledig gemist. Een succesvoller voorbeeld in de schoenenketen Omoda. Deze familie-onderneming startte in 1875. Zij brachten de schoenen aan huis met paard en wagen. Na verloop van tijd is gekozen om op drukke lokaties fysieke winkels te vestigen om van daaruit hun verkopen te ondersteunen. En in 2007 zijn ze gestart met webshops. Nu blijkt de interactie tussen de webshops en de fysieke winkels een gouden greep. Inmiddels zijn ze vertegenwoordigd in heel Europa. tip 1 Maak een Plan van Aanpak Groei vereist een doordachte strategie die je vastlegt in een plan van aanpak. Naast je doelstellingen vermeld je hierin de actuele analyse van de markt en de onderneming. Houvast voor een gedegen analyse biedt oa de S.W.O.T.-analyse (Strengths, Weaknesses, Opportunities and Threads=Sterke punten, Zwakheden, Kansen en Bedreigingen). Het Plan van Aanpak helpt je tijdig kansen en bedreigingen te onderkennen en daar goed voorbereid op in te springen. Door periodiek de werkelijkheid naast je Plan van Aanpak te leggen, analyseer je waar de afwijkingen optreden. Door daarnaast de SWOT-analyse bij te werken, houd je zicht op de marktontwikkelingen en de kansen en bedreigingen die deze met zich meebrengen. Ook biedt dit Plan van Aanpak de basis voor een goede kostenbeheersing, essentieel voor een gezonde onderneming. Leg ook een Plan B vast voor als je hoofdplan het niet blijkt te redden. tip 2 Doe waar je goed in bent De in het Plan van Aanpak omschreven sterke punten en zwakheden bieden een prima houvast om datgene te doen waar je sterk in bent en uit te besteden waar je minder bedreven in bent. Zo zal menig vakman administratieve en/of commerciële vaardigheden missen. Het moeten volbrengen van administratieve en/of commerciële taken levert hem stress op, hetgeen hem de lol in het ondernemen ontneemt. Op beide gebieden is plenty ondersteuning te vinden. Maak er gebruik van! Je administratie moet immers accuraat en tijdig bijgewerkt zijn om goed zicht te houden op je liquiditeiten, vorderingen en verplichtingen. En acquisitie plegen is een must om je producten /diensten aan de man te brengen. tip 3 Overweeg partnerships In het verlengde van tip 2 kun je dingen ook slimmer doen door samen te werken met bestaande partijen die jou maar wat graag willen bedienen om zelf een betere bezetting te krijgen. Deze informatie komt rechtstreeks uit jouw marktanalyse en biedt kansen door het bundelen van krachten en vaardigheden met of outsourcen aan ondernemers met complementaire diensten/producten. Denk hierbij aan de kledingwinkel die haar klanten een aperitief aanbiedt, verzorgt door de lokale slijter of horeca-uitbater. Een ander voorbeeld is een intensieve samenwerking met je accountant en/of financieel adviseur die je wellicht ingangen kan verschaffen bij voor jou interessante partijen. tip 4 Test je groeiscenario met bestaande klanten Test je omzetverwachtingen door op kleine schaal te product/dienst aan de man te brengen, voordat je je er volledig op richt. Zo kan een thuisbakker die denkt een winkel te beginnen de markt testen door met een marktkraam haar baksels aan de man te brengen. Bij succes kan ze haar publiek meenemen naar haar winkel. Ook zou ze de concurrentie goed te bestuderen om te bezien hoe haalbaar bijvoorbeeld haar omzetverwachtingen zijn. Grote consumentenbedrijven bieden hun testproducten aan via Scoopy en ook Google test nieuwe mogelijkheden door deze als startups een tijdje een kans te geven. Om de verkooppotentie te testen zonder bestaande klanten kun je ook eens googlen op de termen 'user testing methods', 'similar web' en 'smoke test'. tip 5 Zorg voor een financiële buffer Twee dingen weet je zeker in het leven: je gaat dood en je moet belasting betalen. Zorg voor dat laatste dus dat je de af te dragen belasting (BTW, Loonheffingen, IB, Vpb) direct apart zet, het zijn immers eigenlijk jouw centen niet. Zorg daarnaast voor een up-to-date financiële administratie zodat je direct inzicht hebt in je vorderingen, verplichtingen en beschikbare liquiditeit. Hou je kosten, je doelinkomen en je break-even-punt scherp in de gaten, zodat je tijdig kunt ingrijpen. Geld-tekort is een absolute bron van stress. Een financiële buffer kan een tekort aan liquiditeiten (tijdelijk) voorkomen. Het hebben van een plan B kan de stress enigszins verlichten, omdat je -mocht het misgaan- een uitweg hebt. Heb je een vraag over dit bericht of wil je meer weten over onze begeleidingsmogelijkheden of financieel advies? Neem dan gerust contact met ons op.
1 Comment
Jonge mensen hebben steeds minder op met geldzaken. Hoe leert jouw kind om wel financieel bewust en zelfredzaam te worden? Veel jongvolwassenen tussen 25 en 34 jaar hebben een hekel aan geldzaken. Als reden voor die ‘geldregelhekel’ noemen ze vaak ‘dan zie je meteen wat er over is van je inkomsten en daar krijg ik stress van’, ‘het is zelden goed nieuws’ en 'je wordt met de neus op de feiten gedrukt’. Andere redenen zijn ‘ik heb er geen tijd voor’, ‘ik kan wel leukere dingen doen in die tijd’ en ‘ik vind het een rotklus’. Een en ander is te lezen het rapport van de FinQ Monitor 2019. Grote financiële beslissingen De uitkomsten zijn zorgelijk. Juist de groep 25- tot 34-jarigen zit in een levensfase waarin ze grote financiële beslissingen moeten nemen. Denk aan het kopen van een huis, trouwen en een gezin stichten. Ook zouden ze in deze periode van hun leven aandacht moeten besteden aan de opbouw van hun pensioen. Budgetinstituut Nibud maakt zich al langer zorgen over jongeren en jongvolwassenen die geen goed inzicht hebben in de eigen financiën. Onderzoek wijst uit dat bijna de helft van de 18- tot 30-jarigen onvoldoende financieel bewust is. Jong geleerd… De beste oplossing om hierin verandering te brengen, is jongeren zo vroeg mogelijk met geld leren omgaan. Jong geleerd is immers oud gedaan. Dat is ook de achterliggende gedachte van de Week van het geld, die elk jaar in maart wordt gehouden. Tijdens deze themaweek besteden basisscholen extra aandacht aan omgaan met geld en geven financiële professionals gastlessen op basisscholen in heel Nederland. Op deze manier wil initiatiefnemer Wijzer in geldzaken de financiële zelfredzaamheid van jongeren bevorderen. Tijdens de week is er aandacht voor onderwerpen als het uitstellen van impulsaankopen, sparen, leren dat je niet alles kunt kopen maar moet kiezen en dat wensen kunnen veranderen. Stuk voor stuk vraagstukken die helpen om de basis te leggen voor financiële zelfredzaamheid. Meer weten en inspiratie Dit jaar vindt deze themaweek plaats van 25 t/m 29 maart. Wil je meer weten over het programma of inspiratie opdoen voor leuke activiteiten die je thuis met je kinderen kunt doen? Kijk dan op de website van de Week van het Geld. Heb je een vraag over dit bericht of wil je meer weten over financieel advies? Neem dan gerust contact met me op. Waterstof geldt als een veelbelovende energiebron, zeker wanneer het duurzaam wordt geproduceerd. Een nadeel: de waterstofproductie kost tamelijk veel energie, nu vaak nog afkomstig van fossiele elektriciteitscentrales; niet echt groen dus....
Oplossing: een Belgische ontdekking Belgische onderzoekers van de Katholieke Universiteit Leuven hebben nu een zonnepaneel ontwikkeld, dat waterdamp uit de lucht door middel van opgewekte zonne-energie direct omzet in groene waterstof. De universiteit zegt 0,25 m3 waterstof per paneel per dag te kunnen produceren, wat neerkomt op een rendement van 15 procent. Leven los van het gas- en electriciteitsnet Het door de onderzoekers ontwikkelde paneel produceert dus het hele jaar rond gemiddeld 250 liter waterstof per dag. Met twintig panelen kan een gezin jaar zonder elektriciteit of gas van het net leven. Van luchtvochtigheid naar Gecomprimeerde opslag van waterstof Elektroden in het paneel op basis van nikkel en ijzer splitsen water in waterstof- en zuurstofgas. Een membraan zorgt ervoor dat beide gassen gescheiden blijven. Dit paneel gebruikt luchtvochtigheid (=waterdamp) en zet die om naar waterstof door middel van opgewekte energie van het pv-paneel zelf. Het opgevangen waterstof wordt opgevangen en gecomprimeerd opgeslagen. Bij hoge luchtvochtigheid kan waterstof worden gemaakt uit zonne-energie en gebruikt voor het verwarmen van het huis. Groot voordeel ten opzichte van gebruikelijke techniek De overeenkomst met de gebruikelijke techniek is dat er groene waterstof en zuurstof vrijkomen. Bij de gebruikelijke techniek wordt echter groene waterstof gemaakt met groene elektriciteit en vloeibaar water, met behulp van elektrolyse. De benodigde enorme elektrolyser gebruikt nogal wat elektriciteit. Daarnaast moet het vloeibare water gezuiverd worden voor gebruikt, wat ook weer energie kost. Bij de nieuwe techniek is het paneel niet eens gekoppeld is aan het elektriciteitsnet en maakt het geen gebruik maakt van een enorme elektrolyser. En de waterdamp is klaar voor gebruik en overal beschikbaar. Complementaire bijdrage aan energietransitie Johan Martens van de KU Leuven werkte tien jaar aan de ontwikkeling van het waterstofzonnepaneel. Het geheel is volgens Martens een eenvoudig systeem dat vooral dient als opslag van energie en zo complementair bijdraagt aan de energietransitie. Hoewel het zonnepaneel bruikbaar is voor de productie van zonne-energie en waterstof, kan dat niet allebei tegelijkertijd. De techniek in het echt Momenteel wordt een praktijktest opgestart in de Belgische plaats Oud-Heverlee. Daar komen de panelen te liggen op een verduurzaamde boerderij. Of de panelen geschikt zijn voor massaproductie zal over een klein jaartje duidelijk worden. In het demonstratieproject wordt de waterstof waarschijnlijk opgeslagen onder de grond. In de bodem is de temperatuur constanter waardoor minder drukschommelingen optreden. Hoogste rendement door collectieve toepassing Mocht de praktijkproef leiden tot een commercieel product, dan verwacht Martens dat het rendabeler zal blijken de waterstofpanelen collectief toe te passen, dus voor een groep woningen in plaats van individuele woningen. Twintig zonnepanelen moeten voldoen om een gemiddeld gezin een jaar lang van elektriciteit óf warmte te voorzien. Een opslagtank waarin onder hoge druk 4 kubieke meter gecomprimeerd waterstofgas opgeslagen kan worden, moet volgens Martens volstaan. Bij een geslaagde proef wil Martens ook kijken of de pure zuurstof die overblijft bij de productie van het waterstof gebruikt kan worden in de zorg. bron: installatieprofs.nl Mensen die spaargeld buiten het oog van de fiscus houden met als doel de belasting te ontduiken (zwartspaarders) kunnen tot inkeer komen. Ze kregen dan wel een boete van 60% over de te betalen belasting. Sinds 1 juli 2016 is deze boete verdubbeld. Sinds 1 januari 2018 is de inkeerregeling, waarmee een boete ontlopen kon worden, in veel gevallen grotendeels afgeschaft. Fraude Wanneer iemand probeert onder vermogensrendementsheffing uit te komen, door zijn spaargeld niet op te geven, is er sprake van fraude. Wanneer iemand een onjuiste opgave heeft gedaan en hij wordt betrapt, kan hij een boete krijgen van 300% van de in het verleden verschuldigde belasting. Daarnaast moet hij de belasting zelf nog met terugwerkende kracht betalen. Strafblad Tenslotte wordt er in beginsel aangifte gedaan van een strafbaar feit, waardoor iemand een strafblad krijgt. Daaraan zitten verregaande gevolgen. Denk hierbij aan het opnemen van de persoonsgegevens in fraudesystemen. Inkeren op eigen initiatief Door de dreiging van deze boete en strafrechtelijke gevolgen, komen veel mensen tot inkeer. Dat heeft bovendien te maken met de vergrote pakkans: er worden steeds meer inkomensgegevens gedeeld met andere landen. Dat zijn er inmiddels bijna 100. Iemand is te laat met inkeren als hij al een brief van de belastingdienst heeft ontvangen, waaruit blijkt dat er een vermoeden is dat er een verkeerde aangifte is gedaan. Het inkeren moet dus wel op eerste initiatief van de belastingplichtige zelf komen. Matiging van de boete Mensen die binnen twee jaar na het doen van een verkeerde aangifte tot inkeer komen, ontlopen de boete. Maar vaak is het vermogen al langer dan twee jaar verzwegen. Toch is het dan alsnog de moeite waard om tot inkeer te komen. De boete werd tot 1 juli 2016 gematigd tot 20% van de maximale boete. Dat komt neer op 20% van 300% = 60%. Bovendien voorkomt de inkeerder strafrechtelijke vervolging. Deze matiging is vanaf 1 juli 2016 gewijzigd naar 40% van de maximale boete. Iemand die op of na 1 juli 2016 tot inkeer is gekomen, betaalt dus een maximale boete van 120%. Wel bleef de inkeerder strafrechtelijke vervolging ontlopen. Grondslag boete maximaal 12 jaar De hoogte van de nog te betalen belasting en de boete daarover is afhankelijk van wat er verzwegen is. Als het gaat om buitenlands vermogen, dan kijkt de fiscus de laatste 12 jaar terug. Voor binnenlands inkomen of vermogen geldt een periode van 5 jaar. Afschaffen inkeerregeling voor buitenlands vermogen De overheid was van plan de inkeerregeling in zijn geheel af te schaffen op 1 januari 2018. De Tweede Kamer vond dit echter te ver gaan. Ze zijn bang dat iedereen die zijn belastingaangifte verkeerd heeft ingevuld, daar niet meer op durft terug te komen uit angst voor een boete. Daarom is de inkeerregeling uiteindelijk alleen afgeschaft voor verzwegen buitenlands vermogen: dat zouden de echte ‘zwartspaarders’ zijn. Dat betekent dat belastingplichtigen die vanaf 2018 verzwegen vermogen uit het buitenland melden, ook al doen ze dat binnen twee jaar na hun belastingaangifte, toch een hoge boete kunnen krijgen en strafrechtelijk kunnen worden vervolgd. Voor belastingplichtigen met alleen binnenlands inkomen en vermogen, geldt ook na 2018 dat ze met minder zware sancties geconfronteerd worden, wanneer ze binnen twee jaar tot inkeer komen. TIPS:
Populair Lithium-ion batterijen en accu’s zijn niet meer weg te denken uit ons leven. Ze worden op heel veel gebieden toegepast, we zien ze terug in mobiele telefoons, gereedschap, elektrische fietsen, etc. Lithium Ion accu’s zijn zo populair omdat er een grote hoeveelheid energie in opgeslagen kan worden, de accu’s een lange levensduur hebben en omdat ze nauwelijks leeglopen wanneer ze een tijdje niet gebruikt worden. Daarnaast zijn ze compact en relatief licht. Toch ook nadelen Helaas neemt met de populariteit van deze accu’s ook het aantal (brand-) incidenten toe. De berichten in de pers zijn talrijk. Zo zijn er berichten over ongevallen met elektrische auto’s waarbij de auto in brand vliegt en nagenoeg niet meer te blussen is. Smartphones en elektronische sigaretten die ontploffen tijdens gebruik of tijdens het opladen. En dan natuurlijk nog recentelijk de branden bij een bekende fabrikant van elektrische fietsen. Bij al deze incidenten wordt de link gelegd naar de lithium-ion accu’s. Techniek Om te begrijpen wat er mis kan gaan, moeten we eerst begrijpen hoe een lithium-ion accu is opgebouwd. De accu’s bestaan uit verschillende lithium-ioncellen en meestal ook enkele beveiligingscomponenten, zoals temperatuursensoren en een spanningsmeter. Iedere lithium-ioncel bestaat op zijn beurt uit vier elementen, namelijk een kathode, anode, elektrolyt en afscheider. De kathode is de positieve elektrode. De anode is negatief geladen. Tussen de elektrodes bevindt zich een elektrolyt dat vaak ether bevat en een afscheider. Zoals de naam doet vermoeden moet de afscheider ervoor zorgen dat de positieve en negatieve elektrodes elkaar niet raken. Wat er fout gaat Wanneer de positieve en negatieve elektrodes elkaar raken, ontstaat er kortsluiting, en dat kan ernstige gevolgen hebben. In het gunstigste geval gaat de accu alleen maar kapot, maar in het ergste geval kan deze zelfs ontploffen. Oorzaak en gevolg Zo'n kortsluiting kan ontstaan door een productiefout of wanneer de behuizing of de binnenkant van de accu beschadigd raakt door oververhitting of door beschadiging van buitenaf (bijvoorbeeld door een botsing of een val). Ernstigste gevolg: Thermal Runaway Een kortsluiting zorgt voor (verdere) oververhitting van de accu. Als resultaat kan de accu zo warm worden dat er een zogenaamde ‘thermal runaway’ ontstaat. Hierbij is er sprake van gasvorming binnen in de accu. Deze gassen zijn giftig en brandbaar. Een thermal runaway is een kettingreactie die bijna niet te stoppen is en kan leiden tot steekvlammen en zelfs tot ontploffing van de accu. Preventie tips Goede Lithium-Ion accu’s en batterijen zijn tegenwoordig uitgerust met bewakings- en beveiligingsvoorzieningen die voorkomen dat de accu oververhit raakt tijdens laden of gebruik. Maar er blijven risico’s kleven aan het gebruik. Daarom enkele tips om de risico’s zoveel mogelijk te beperken:
Veel Nederlanders hebben moeite inkomsten en uitgaven in balans te houden. Sparen voor een leuke oude dag is velen niet gegeven. Hierin staan zij niet alleen. Meer dan een kwart verkeert in zwaar weer De financiële positie van zeker een kwart van alle gemeenten is bijna niet houdbaar meer en dreigt alleen maar slechter te worden. Dat blijkt uit een analyse van adviesbureau BDO. Een nieuwe economische crisis zouden deze gemeenten financieel dan ook niet overleven. ++Veel gemeenten kunnen nauwelijks hun hoofd boven water houden++ Kosten decentralisatie Gemeentelijke begrotingen staan onder druk door uitgaven aan maatschappelijke ondersteuning, jeugdhulp en het helpen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt - taken die gemeenten dankzij de decentralisatie sinds 2015 erbij hebben gekregen. Grote hap uit begroting Gemiddeld gaat 40 procent van de gemeentelijke begroting op aan die maatschappelijke hulp, in 2017 gaven de 388 gemeenten samen 24 miljard euro daaraan uit. Vooral krimpgemeenten hebben het zwaar: zij kunnen hun grondbezit niet verzilveren. Herverdeling bijdrage Rijk In 2021 komt het Rijk met een nieuwe verdeelsleutel: gemeenten die veel moeten uitgeven aan maatschappelijke ondersteuning krijgen een hogere bijdrage van het Rijk krijgen dan gemeenten waar die problematiek minder speelt. bron: BNR Jongeren tussen de 18 en 30 jaar verlaten steeds later het ouderlijk huis. In 2017 waren jongeren gemiddeld 23,5 jaar toen ze uit huis gingen, in 2012 was dat nog 22,8 jaar. De verschuiving was het grootst bij jongeren van 19 jaar. In 2012 stond 76,4% van de 19-jarigen ingeschreven bij één of beide ouders en dat is verschoven naar 79,4% in 2017. Dat meldt het CBS in het kader van de Jeugdmonitor. Ook binnen de groep 23 tot en met 26 jaar is een behoorlijke verschuiving te zien. Bij 24-jarigen veranderde het percentage ingeschreven bij één of beide ouders van 33,6% naar 36,8%. Sociaal leenstelsel De invoering van het sociaal leenstelsel heeft duidelijk invloed op de percentages. Voor de hoogte van de studiefinanciering maakt het niet meer uit of studenten ingeschreven staan bij de ouder(s) of uitwonend zijn. Studenten zijn volgens het CBS in 2016 gemiddeld een jaar later zelfstandig gaan wonen dan in 2012. Werkende jongeren gingen gemiddeld 0,7 jaar later uit huis. Invloed woningmarkt De Jeugdmonitor geeft geen inzicht in hoeverre de voor starters moeilijke woningmarkt debet is aan deze gestegen percentages. Uit de statistiek wordt wel duidelijk dat in 2017 8,2% van de 30-jarigen nog bij de ouders stond ingeschreven. In 2012 was dit 6,9%. Ten opzichte van alle leeftijden tussen de 17 en 30 jaar zijn alleen de 17-jarigen in vergelijking met 2012 eerder het huis uitgegaan. Hier nam het percentage thuiswonenden licht af van 95,7% naar 95,4%. Mannen langer bij ouders Vrouwen gaan van oudsher vroeger uit huis dan mannen. Dat was ook zo in 2017, al is het verschil met de mannen sinds 2012 kleiner geworden. Vrouwen waren in 2017 gemiddeld 22,7 jaar toen ze uit huis gingen, dat is 0,7 jaar ouder dan in 2012. Uit huis gaande mannen waren gemiddeld 24,2 jaar in 2017, 0,6 jaar ouder dan in 2012. bron: InFinance dd 5-2-2019 Nieuwjaarsnacht 2019: rond kwart over één is brand ontstaan op de zolderetage van een portiekflat aan de Insulindesingel in Vlaardingen Oorzaak: vuurwerk Gevolg: 27 woningen ontruimd, waarvan 15 tijdelijk onbewoonbaar verklaard Dat de woningen onbewoonbaar waren, kwam niet alleen door het vuur, rook en roet. Ook het bluswater richtte de nodige schade aan. Drie van de betrokken huurders hebben hun inboedel verzekerd via Woningstichting Waterweg Wonen bij ons. ravage duidelijk zichtbaar op Nieuwjaarsdag Total loss Gelukkig viel de schade bij twee huurders mee: een (door de brandweer) geforceerde voordeur, een rooklucht en roet op de parasol op het balkon. De derde huurder had minder geluk: de hele inboedel was drijfnat van het bluswater en is total loss. Deze mevrouw zal alles nieuw moeten kopen: meubels, kleding, inrichting, boeken, tv, computer, alles. Gelukkig dat de verzekering de schade dekt. Wij hebben de verzekeraar ingelicht en een schade-expert ingeschakeld. Deze was snel ter plaatse. Opvang De bewoners zijn in eerste instantie opgevangen in de Rehoboth kerk aan de Bilitonlaan. Een aantal van hen zijn ondergebracht in een hotel in afwachting van vervangende woonruimte gedurende het herstel van hun woning; anderen verblijven zolang bij vrienden of familie. Dergelijke tijdelijke opvang is meeverzekerd op de Inboedelverzekering voor Huurders van Waterweg Wonen. +++ 5 huurders zonder inboedelverzekering extra probleem voor huurders en woningstichting +++ Onnodig onverzekerd Daags na de brand bleek dat vijf huurders verzuimd hadden een inboedelverzekering af te sluiten. Hierdoor wordt de schade aan hun inboedel niet vergoed, maar ook de tijdelijke opvang niet. Al met al een dramatische situatie! Oplossing beschikbaar De betrokken huurders hebben aan den lijve ondervonden dat een inboedelverzekering een must is. Al jaren helpen wij een aantal woningstichtingen in het bijzonder en huurders in het algemeen met onze betaalbare oplossing: onze Collectieve Inboedelverzekering voor Huurders. Wilt u meer informatie? neem dan contact met ons op. aanvang opruimings- en herstelwerkzaamheden na grote brand Insulindesingel Portret van wijlen Oscar Wagner voor Stichting ALS Nederland zoals getoond door KRO NCRV Jinek Wilsverklaring
In een wilsverklaring kunnen mensen aangeven welke behandeling zij niet meer of juist wel willen. Dit gebeurt voor het geval de situatie zich voordoet dat iemand dit zelf niet meer kan zeggen. Zo kan iemand met een behandelverbod vastleggen in welke situatie hij niet gereanimeerd wil worden. Artsen moeten dit behandelverbod respecteren, want er is voor elke behandeling toestemming nodig. Voorkom misverstand, ga in gesprek Een wilsverklaring kan duidelijkheid scheppen over de wensen en verwachtingen van de patiënt, zodat de arts hier zoveel mogelijk rekening mee kan houden. Ook kan de arts concreet aangeven wat er eventueel niet mogelijk is. Tegelijkertijd kan de wilsverklaring ook leiden tot vragen of misverstanden. Is de schriftelijke wilsverklaring echt van de patiënt zelf? Was de patiënt wilsbekwaam bij het opstellen? Of bij een algemene formulering: is dit werkelijk wat de patiënt bedoelde? Daarom adviseert de KNMG artsen en patiënten om tijdig te spreken over de wilsverklaring. Euthanasieverzoek Opstellers van een schriftelijk euthanasieverzoek denken nogal eens dat zij recht hebben op euthanasie. Dat is echter niet het geval. De wet staat toe dat een schriftelijk verzoek het mondelinge verzoek vervangt als de patiënt niet meer in staat is zich te uiten. Maar dat wil nog niet zeggen dat aan alle zorgvuldigheidseisen voor euthanasie is voldaan. Verder zal de arts in veel gevallen als hij geruime tijd niet met de patiënt over het verzoek heeft gesproken geen euthanasie uitvoeren als de patiënt zelf niet meer met woorden, gebaren of klanken kan communiceren. De arts is nooit verplicht om tot euthanasie over te gaan. Voorkom onterechte verwachtingen, adviseert de KNMG, en stop dergelijke verklaringen niet zonder meer in het dossier, maar gebruik het als aanleiding voor een gesprek over wensen en verwachtingen rond het levenseinde. Ingrijpende gebeurtenis De KNMG heeft een toelichting gegeven op de procedure die artsen en apothekers in Nederland volgen om patiënten een veilige en effectieve euthanasieprocedure te garanderen. Dit in reactie op berichtgeving van EenVandaag van 20 december. Ook artsen en apothekers vinden het heel belangrijk dat iedereen weet hoe te handelen als een patiënt verzoekt om euthanasie of hulp bij zelfdoding. Dit is in de eerste plaats voor de patiënt en diens naasten een ingrijpende gebeurtenis. Maar de handeling is ook ingrijpend voor arts en apotheker. Zij worden niet dagelijks geconfronteerd met de uitvoering van euthanasie of het verlenen van hulp bij zelfdoding. De richtlijn ‘Uitvoering euthanasie en hulp bij zelfdoding’ van artsenfederatie KNMG en apothekersorganisatie KNMP beschrijft de professionele standaard voor alle artsen en apothekers in Nederland. Deze is gebaseerd op de wetenschappelijke en professionele inzichten vanuit diverse medische beroepsgroepen. Rechtszekerheid De richtlijn geeft daarnaast de regionale toetsingscommissies euthanasie een helder toetsingskader. En dat geeft artsen rechtszekerheid over de vraag waar hun handelen achteraf aan getoetst wordt. Tot nog toe heeft de KNMG geen signalen ontvangen dat de procedure in de richtlijn voor artsen te ingewikkeld is of te foutgevoelig is. De richtlijnencommissie zal de door EenVandaag genoemde zaak uiteraard bestuderen tijdens de revisie. Hoe werkt het? In Nederland hebben we een procedure die bestaat uit verschillende stappen, omdat dit de enige manier is om met zekerheid te kunnen garanderen dat de patiënt conform zijn wens overlijdt. De hele richtlijn is erop gericht om iemand op een rustige manier te laten wegglijden naar de dood. Mensen hoeven niet bang te zijn dat hun naaste pijn lijdt. Er kan soms een korte pijnsensatie optreden bij het inspuiten van de thiopental, dat valt ondanks een verdovend middel niet geheel uit te sluiten (dit staat ook in de richtlijn). De vier stappen 1: verdoving Eerst dient de arts de patiënt een verdovend middel, lidocaïne, toe om eventuele pijn bij het inspuiten van het slaapmiddel zoveel mogelijk te voorkomen. 2: diep coma Vervolgens brengt de arts de patiënt in een diep coma. Daartoe krijgt de patiënt een slaapmiddel (coma-inductor) toegediend via een infuusnaaldje. Dit slaapmiddel is thiopental of propofol. De patiënt krijgt bewust een grote overdosis, om er zeker van te zijn dat de patiënt niets meer ervaart. 3: finale controle Daarna controleert de arts nauwkeurig of de patiënt echt in een diep coma is geraakt, zodat deze zéker niets meer ervaart. Dat doet de arts door de patiënt aan te spreken, de pols en ademhaling te controleren en de zogenaamde wimperreflex uit te voeren. 4: spierverslapper Het slaapmiddel kan voldoende zijn om de dood te laten intreden, maar dat is niet met zekerheid te garanderen. Daarom dient de arts na de controle van het coma een spierverslapper (spierrelaxans) toe. Deze zorgt ervoor dat de ademhaling stopt, waardoor even later ook het hart stopt met kloppen en de dood intreedt. Conclusie Regelmatig overleg met uw (huis)arts is DE basis voor het geval dat. In dit overleg dient u te blijven benadrukken wat uw standpunt is inzake kwaliteit van leven, gewenst levenseinde en vertegenwoordiging. Uiteraard geldt hetzelfde voor uw naaste omgeving. bron: website KNMG Nog een potentiële investering: een vakantiehuisje. Vakantiehuisjes zijn er in alle soorten en maten: in Nederland/het buitenland, klein/groot, sober/luxe, in de bossen/aan het strand, .... Vakantiehuisje kopen? Leuk! Volgens econoom en zelfstandig adviseur in de recreatiesector Han Verheijden kopen veel mensen een vakantiehuisje als belegging en verhuurt een groot deel daarvan het huisje. Voor een succesvolle verhuur moet dan aan een aantal voorwaarden worden voldaan, zoals een ligging in een toeristische regio als het strand, Amsterdam, het Limburgse Heuvelland en de Hoge Veluwe. Verder speelt mee of de accommodatie (zoals zovele) verouderd is en of de woningen op het park beheerd worden door een Vereniging van Eigenaren. Vakantiehuisje bezitten? Leuk?? Verenigingen van Eigenaren zijn geen professionele exploitanten. Veel vakantiehuis-eigenaren op de parken doen wat ze zelf willen en dat gemengde gebruik is ongunstig voor de beleving en de verhuur.' Vakantiehuisje verkopen? Succes! Een kwart van de vakantiewoningen in Nederland staat langer dan 3 jaar te koop, blijkt uit cijfers van makelaarsorganisatie Dynamis. Toch is de verkoop de laatste jaren gunstig, zegt : 'Verkoop hangt van een aantal factoren af.' En dat zijn eigenlijk dezelfde factoren die gelden voor een succelvolle verhuur. Let op: Het aantal buitenlandse toeristen neemt toe, het aantal mensen dat in eigen land op vakantie gaat stagneert (bron: BNR Financieel) Conclusie: Ook een vakantiehuisje voor de verhuur kan prima bij je passen, maar ... Bezint eer Gij begint. Beleg vanuit je eigen plan met weloverwogen doelen (waarom), beheerplan (hoe) en risico-afwegingen (was als ...) en als van ouds .... lokatie, lokatie, lokatie... |
AuteurPeter van der Bent, adviseur voor een RIJK leven Archives
Januari 2023
Categorieën |